Peter van Toor Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen.
Peter van Toor Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen. Foto: Roel Kleinpenning

Vrijheid… voor ons zo normaal

Maatschappij Jongerenredactie

Gelderse Post Jongerenredactie #11

GENDRINGEN/SILVOLDE/TERBORG - Lekker genoten van je paasweekend? Vrij zijn van school, weekend hebben, op vakantie gaan, chillen met je vrienden… wat is vrijheid voor jou eigenlijk? Vrijheid is niet vanzelfsprekend, denk maar aan de oorlog Israël-Gaza of Rusland-Oekraïne. Jongeren daar ervaren vrijheid niet zoals wij die nu ervaren. Deze week was bij mij school, het Almende College, de Week van de vrijheid. Om de vrijheid te vieren, maar ook om ons bekend te maken met oorlogsverhalen uit onze regio. De hele bovenbouw kreeg gastlessen over de Tweede Wereldoorlog.

Door Quinty Meijerink

Zo kon je bijvoorbeeld met een gids wandelen langs de struikelstenen in Terborg en luisteren naar verhalen over opgroeien in een DDR-familie. Ook kwam Marcel Rözer, sportjournalist en schrijver, langs om te vertellen over hoe het is om een ‘foute familie’ te hebben. Hij vertelde over zijn zoektocht naar zijn familiegeschiedenis. ‘’Toen ik in het Nationaal Archief onderzoek deed, kwam ik erachter de Nederlandse staat wel foto’s van mijn vader had, maar ikzelf niet.’’

Ikzelf had een gastles van meneer Van Toor over kamp Rees. Hij is lid van de OVGG, de Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen. Hij ging ons vertellen over wat hij weet van kamp Rees.

Kamp Rees is een kamp dat net over de Duits grens ligt. Dit kamp werd gebruikt van november ‘44 tot maart ’45, dus tot de bevrijding. Dit kamp werd gebruikt als een arbeidskamp. Eigenlijk zou je hier dus alleen maar werken en dat zou genoeg zijn. Dit was toch anders. Veel arbeiders kwamen uit de gebieden rond Ulft, deze arbeiders waren ook wel ‘westarbeiter’ genoemd omdat ze uit het westen kwamen. Veel mensen werkten al bij de DRU maar moesten naar Rees toe. Ook kwamen er mensen uit Polen en omstreken, zij werden ‘ostarbeiter’ genoemd. In totaal hebben er 3000 mensen ingezeten. De meeste dwangarbeiders sliepen in een oude dakpannenfabriek, deze fabriek was met stro geïsoleerd, wat niet warm genoeg was. Omdat er niet genoeg plaats was in de fabriek was er een circustent neergezet en sliepen er ook een aantal in twee zalen in een nabijgelegen dorpje: Bienen. Ook kregen de arbeiders bijna geen eten. Het eten bestond uit een kop soep en heel af en toe brood. Nu was het ook nog zo dat dwangarbeiders uit het westen meer calorieën binnenkregen dan die uit het oosten, diegene uit het westen kregen het dubbele van die uit het oosten.

Wel was er veel hulp voor de arbeiders. In Mechelen waren meerdere mensen die een belangrijke rol hadden in het bieden van hulp. Zo had je de gebroeders Venhorst, Theo Nijland en Nies Neuhaus. Zij zorgden ervoor dat de ontsnapte gevangenen ergens naartoe konden en ook boden ze vervalste paspoorten aan. In totaal zijn er in de buurt rond Mechelen 1700 mensen gered en zijn er in het kamp 300 overleden, vele door ziekte.

Na de oorlog werd er niet over gesproken, er werden zo veel dingen gedaan die te verschrikkelijk waren voor woorden. Uiteindelijk kwam het verhaal van Jan Disberg uit Apeldoorn uit en toen dit in de krant werd geplaatst kwam er meer duidelijkheid: veel andere overlevende gingen ook hierover praten. Dit kreeg veel aandacht bij de pers waardoor er ook interviews werden afgelegd. Een interview was met meneer Van Essen. Hij werd geïnterviewd maar toen hij wilde vertellen, begon hij te huilen omdat hij weer dacht aan de verschrikkelijke dingen die zijn gebeurd in kamp Rees. Hij vertelde dat iemand werd mishandeld tot de dood en toen moesten de andere gevangen hem begraven. Dit moest gebeuren met de voeten boven de grond zodat de gevangenen wisten wat er zou gebeuren als je niet ging gehoorzamen. Bizar, toch? Nadat dit allemaal naar buiten is gekomen is er een site gekomen: www.dwangarbeidersapeldoorn.nl. Hier staat allemaal informatie over het kamp en de site is gemaakt om deze gebeurtenis niet te vergeten. Uiteraard hebben de verantwoordelijken straf gekregen. Ook hadden, zeker in het begin, veel ex-dwangarbeiders angst om terug te gaan. Naarmate de jaren verstreken werd dit wel minder.

Ik vond dit een heel interessant onderwerp, omdat er weinig over gepraat wordt. Terwijl dit een kamp was waar akelige dingen gebeurden. Meneer Van Toor kon heel veel vertellen en had ook meerdere mensen gesproken die zelf in het kamp hadden gezeten wat ervoor zorgde dat je details en verhalen hoort die je niet kent.

Jean Kreunen van het Achterhoeks Museum 40-45.
Marcel Rözer en de pasfoto van zijn vader die hij vond in het Nationale archief.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant