Nooit een saai moment

Algemeen

We zitten met mam bij de haard met de klassieke Engelse fauteuils midden in de grote centrale hal van het verpleeghuis. Een mooie plek want je ziet mensen binnenkomen, vertrekken en langs wandelen.

We zitten nog maar net of daar komt Johan aanlopen, een bewoner van de Korsakov-afdeling.
“Zo”, vraagt hij, “zitten jullie hier gezellig samen?”
“Heel gezellig Johan”, antwoord ik. “Heb je nog wat gedaan vandaag?”
“Nee niks, ik verveel me kapot hier.”
“Ben je niet naar de werkplaats geweest dan?”
“Nee, daar vind ik geen bal aan. Beetje vogelhuisjes timmeren zeker.”
“Heb je nog met het zanguurtje meegedaan?”
“Nee, daar begin ik niet aan. Op school zei de meester al dat ik beter mijn mond kon houden tijdens het zingen. Morgen mag ik naar huis, dan zie ik mijn kleinkinderen weer.”
“Dat is mooi Johan, ik wens je alvast een fijne dag morgen.”
Johan loopt een tafeltje verder. Ik hoor ‘m vragen: “Zo, zitten jullie hier gezellig samen?”

Mam kijkt me aan en zegt: “Wat was dat voor rare man? Hij begint zomaar met jou te praten. Ken je hem?” Ik zeg dat hij in de buurt woont en dat ik wel vaker even een praatje met hem maak.
“Hmmm”, zegt mam, ze kijkt argwanend maar lijkt genoegen te nemen met mijn antwoord.

Ongemerkt staat bewoonster Hetty ineens achter de stoel van manlief. Hetty zegt niks, ze schuift graag met voorwerpen. Ze probeert ook de stoel - met mijn man erin! - te verschuiven. Dat lukt natuurlijk niet. Dan beweegt ze haar hand richting mijn tas. Ik ben haar net voor en leg de tas aan de andere kant van de tafel, buiten haar gezichtsveld. Dat signaal blijkt afdoende, zij schuifelt verder richting een andere tafel.
“Wat wil ze met jouw tas?”, vraagt mam.
“Ik denk dat ze de kleur mooi vindt”, antwoord ik.
“Het is ook een mooie tas”, zegt ze, “waar heb je die gekocht?”

Een flamboyante bezoeker, met leren jas en zigeunerhoedje, loopt langs ons zitje. In het voorbijgaan roept hij dat hij mij zo’n prachtige, volle vrouw vindt.
“Zo’n vrouw wil ik ook wel.”
“Ik denk dat mijn man dat niet goed vindt”, lach ik.
“Bofkont!”, zegt hij en knipoogt naar manlief.

Twee mensen met een hond lopen dicht langs mam. Ze strekt haar arm uit en begint de hond te aaien. De mensen houden hun pas in.
“Wat ben jij een lief hondje, en wat ben je lekker zacht”, zegt mam vertederd.
Het beestje geniet zichtbaar van de aandacht.

Dan kijkt mam op haar horloge: “Het wordt tijd dat ik weer naar mijn werk ga. Anders vragen ze zich af waar ik blijf”, zegt ze.
Op de klok boven me zie ik dat het alweer bijna vijf uur is. Mooie tijd om haar weer naar de huiskamer te brengen. Het eten zal al wel op tafel staan.

www.mamraaktkwijt.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant